Pleidooi voor de ongezouten mening

Bart (44): “Ik geef graag mijn ongezouten mening. En hoor graag die van de ander. Kom maar op met je tegengas. Dan komt er tenminste een discussie op gang en komen we echt ergens. Als iedereen geen blad voor de mond neemt, wordt de kwaliteit van het compromis voor iedereen beter. 

Meepraten, zo zonde!

Natuurlijk, waar wordt samengewerkt, moet je compromissen sluiten. Dat is ook goed, maar tot op zekere hoogte. Als een overleg op het werk begint met een compromis, is die veelal gebaseerd op wat mensen dénken dat de anderen vinden. Op aannames dus. Of mensen blijven op de vlakte, praten een beetje mee met de ander. Zo zonde! De reden is mogelijk dat ze aardig gevonden willen worden, of confrontaties willen vermijden, of ze denken constructief te zijn. Constructief is het alleen juist niet! Het doel van een overleg is namelijk niet om snél tot een akkoord te komen, maar om tot een góed akkoord te komen. Mogelijk denkt iemand pragmatisch te zijn, ervan uitgaande dat ie de discussie toch niet gaat winnen. Dan geef je al op voordat je de strijd begonnen bent! De prijs die je dan betaalt, is middelmatigheid.

Wel rustig blijven

Ongezouten meningen kunnen discussies interessanter maken, minder voorspelbaar. Ga dan niet briesend op een stoel staan, maar breng je – afwijkende – standpunt rustig in. Het zal wat vaker knetteren in vergaderingen maar de ervaring is dat je het daarna prima kunt goedmaken met elkaar. Je staat feller tegenover elkaar maar het hoeft het contact niet te schaden. Je leert elkaar ook beter kennen: elkaars standpunten, maar ook elkaars grenzen, en de verschillende manieren van uiten van boosheid of ongeduld ...

Eensgezindheid wordt overschat

Je kunt prima een stevige discussie op de inhoud hebben en daarna gezellig een biertje drinken of lunchen samen. Eensgezindheid is niet per definitie ‘verbinding’. Die dingen worden vaak ten onrechte verward. Je kunt je ook op andere manieren verbonden voelen. Dus ja, ongezouten je mening geven heeft risico’s, maar de schade kun je zelf beperken. De winst is dat je veel meer invalshoeken krijgt en uiteindelijk betere resultaten.”

Tekst Karen Feenstra